Animatie

Stop-motion wordt gemaakt met voorwerpen uit het dagelijks leven. Bijvoorbeeld Lego, Playmobil, getekende poppetjes, klei of woorden die tot leven komen. Er kunnen ook personen in voorkomen.

Stop-motion is de techniek waarbij je frame voor frame een filmpje maakt. Met frame voor frame wordt ook wel foto voor foto bedoeld. Eerst wordt het voorwerp dat op film moet bewegen in beeld op de juiste plek neergezet en met de camera wordt hiervan een frame geschoten. Vervolgens wordt het voorwerp een fractie verschoven en wordt er opnieuw een frame geschoten. Dit wordt herhaaldelijk gedaan. Door vervolgens alle frames achter elkaar (snel) af te spelen lijkt het alsof het voorwerpt uit zichzelf beweegt. Om een stop motion filmpje te maken gebruiken wij de app Stop motion Studio, beschikbaar voor iPhone en Android. Bekijk onderstaand filmpje voor een uitleg over deze app. De andere filmpjes laten voorbeelden zien van wat je kan doen met de stop-motion techniek.

Animatie voorbeelden

Experimenteer met animatie

1. Experiment Stop Motion

Maak een kort filmpje met drie spullen uit je etui (bijvoorbeeld gum, schaar, potlood). Verzin samen kort een verhaaltje en ga vervolgens aan de slag

2. Experiment Tekenen

Je gaat een korte tekenfilm maken; je tekent een simpel landschap waarin een vogeltje vliegt. Je kunt dit experiment op twee manieren uitvoeren.

3. Experiment Lichaam

Je gaat een kort filmpje maken waarin jij zelf centraal staat. Dit kun je liggend doen, of op een andere manier.

4. Cartoon digitaal

Maak een foto van je cartoon op een witte achtergrond. Ga naar de site sketch.metademolab.com en upload je foto. Volg de stappen en bekijk de verschillende optie. Een gemakkelijke manier om je cartoon te laten bewegen!

5. Experiment Klei

Maak een kort filmpje met klei. Werk met basisvormen (Bol, vierkant, pyramide etc.) deze verander je steeds in een andere vorm.

Aan welke eisen moet een goede animatie voldoen?

Maak je eigen animatie

Maak een 2d animatie met behulp van de cartoon die je eerder hebt gemaakt. Het filmpje maak je met z'n tweeën en de animatie moet over jullie gaan. De volgende dingen moeten in het filmpje naar voren komen:

- Eerste periode op de middelbare school; wat vond je er van? Waarom?

- Waar ben je goed in en waar minder goed in?

- Wat zijn jouw favoriete vakken?

- Bij welke vakken kun je nog wat hulp gebruiken?

- Wat zijn jouw karaktereigenschappen?

- Wat doe je in je vrije tijd?

Omdat je het filmpje met z'n tweeën maakt, moet het een soort interview/gesprek zijn. Jullie gebruiken het filmpje allebei, dus bovenstaande punten moeten voor beide leerlingen aan bod komen.

Het is een 2d animatie, dus je maakt hem net zoals je het experiment met het vogeltje maakte.